Beste sportvrienden, na ruim twee weken stilte weer een post op ons nieuwsblog. Op 10 oktober is ons oude hok tot de grond toe afgebroken. Dankzij de hulp van Gerben Wijtsma, Mathijs Visser, Douwe de Jong en Klaas de Haan was dat in vier uurtjes gepiept. Daarna hebben we kunnen nadenken over wat we nu precies willen in de duivensport. En: hoe gaat ons ideale duivenhok eruit zien? Dat is voor ons een denk- en ontwerpproces dat we in stapjes doen.
Waar en in welke vorm?
Eerst hebben we bedacht waar op de tuin het nieuwe hok komt te staan en welke vorm het hok moet hebben. We hebben besloten om geen L-vormig hok meer te bouwen. Dit is een dikke misser geweest toen we het vorige hok bouwden. Omdat de tuin van Romke niet zo heel groot is, was het L-hok vooral heel efficient qua benutting van het tuinoppervlak. Echter; de hoekafdeling met doffers was amper in vorm te krijgen doordat er bijna geen zonlicht in te krijgen was. We hebben dat nog wel proberen te verbeteren door een glasplaat in het dak, maar veel soelaas bood dat niet. De duivinnen vlogen daardoor vele malen beter dan de doffers en dwong ons mede daardoor ook om een aantal jaren alleen met duivinnen te spelen. Het nieuwe hok wordt dus een gewoon (rechthoekig) hok. Het hok komt op dezelfde plaats als het vorige, maar nu zal de 'korte poot' van de L ontbreken (de lange poot stond op het zuiden, de korte poot op het westen). Dit betekent dat het voorfront nu geheel op het zuiden komt en alle afdelingen zonlicht kunnen pakken.
Afmetingen en wijze van funderen
Vervolgens dachten we na over de afmetingen en de manier van funderen. Het nieuwe hok wordt 5,8 m lang en 2,1 m diep. Dat is een stoeptegel dieper dan het oude hok. Geeft wat meer bewegingsruimte; de 1,7 m binnenwerks (1,85 m buitenwerks) van het oude hok was toch wel wat krapjes. Het oude hok had een fundering van balken die direct op de tegelvloer lagen. Daardoor kon de wind niet vrij onder het hok doorwaaien. Ook had het oude hok OSB constructieplaten op de balken liggen. Dat plaattype laat heel slecht vocht door vanwege de grote hoeveelheid lijm die alle snippers bij elkaar houdt. Hierdoor was het hok gevoelig voor vochtig weer en was moeilijk kurkdroog te krijgen. Het nieuwe hok krijgt daarom een fundering waarvan de liggers ca. 15 cm vrij van een betegelde/aflopende ondergrond liggen. De platen op de balken liggen dan op 25 cm boven de tegels. Dus 25 cm waaronder de wind vrij spel heeft. We gaan nu ook een 18 mm dikke plaat op de balken leggen dat beter vochtdoorlatend is.
Fundering al gebouwd
Gisteren hebben we bovenstaande gerealiseerd dankzij de hulp van sportvriend Gerben Wijtsma uit Terwispel, die ook tijdelijk onze duiven huisvest. Gerben is timmerman van beroep en plaatst dagelijks met gemak 1 of 2 tuinhuisjes of een grote schuur. Met zijn jarenlange ervaring in hokkenbouw en met professioneel gereedschap erbij was de zaak in drie uurtjes gepiept!
Hieronder een paar foto's van het traject tot nu toe...
Waar en in welke vorm?
Eerst hebben we bedacht waar op de tuin het nieuwe hok komt te staan en welke vorm het hok moet hebben. We hebben besloten om geen L-vormig hok meer te bouwen. Dit is een dikke misser geweest toen we het vorige hok bouwden. Omdat de tuin van Romke niet zo heel groot is, was het L-hok vooral heel efficient qua benutting van het tuinoppervlak. Echter; de hoekafdeling met doffers was amper in vorm te krijgen doordat er bijna geen zonlicht in te krijgen was. We hebben dat nog wel proberen te verbeteren door een glasplaat in het dak, maar veel soelaas bood dat niet. De duivinnen vlogen daardoor vele malen beter dan de doffers en dwong ons mede daardoor ook om een aantal jaren alleen met duivinnen te spelen. Het nieuwe hok wordt dus een gewoon (rechthoekig) hok. Het hok komt op dezelfde plaats als het vorige, maar nu zal de 'korte poot' van de L ontbreken (de lange poot stond op het zuiden, de korte poot op het westen). Dit betekent dat het voorfront nu geheel op het zuiden komt en alle afdelingen zonlicht kunnen pakken.
Afmetingen en wijze van funderen
Vervolgens dachten we na over de afmetingen en de manier van funderen. Het nieuwe hok wordt 5,8 m lang en 2,1 m diep. Dat is een stoeptegel dieper dan het oude hok. Geeft wat meer bewegingsruimte; de 1,7 m binnenwerks (1,85 m buitenwerks) van het oude hok was toch wel wat krapjes. Het oude hok had een fundering van balken die direct op de tegelvloer lagen. Daardoor kon de wind niet vrij onder het hok doorwaaien. Ook had het oude hok OSB constructieplaten op de balken liggen. Dat plaattype laat heel slecht vocht door vanwege de grote hoeveelheid lijm die alle snippers bij elkaar houdt. Hierdoor was het hok gevoelig voor vochtig weer en was moeilijk kurkdroog te krijgen. Het nieuwe hok krijgt daarom een fundering waarvan de liggers ca. 15 cm vrij van een betegelde/aflopende ondergrond liggen. De platen op de balken liggen dan op 25 cm boven de tegels. Dus 25 cm waaronder de wind vrij spel heeft. We gaan nu ook een 18 mm dikke plaat op de balken leggen dat beter vochtdoorlatend is.
Fundering al gebouwd
Gisteren hebben we bovenstaande gerealiseerd dankzij de hulp van sportvriend Gerben Wijtsma uit Terwispel, die ook tijdelijk onze duiven huisvest. Gerben is timmerman van beroep en plaatst dagelijks met gemak 1 of 2 tuinhuisjes of een grote schuur. Met zijn jarenlange ervaring in hokkenbouw en met professioneel gereedschap erbij was de zaak in drie uurtjes gepiept!
Hieronder een paar foto's van het traject tot nu toe...
What's next...
De volgende stap in het bouwtraject wordt de precieze indeling in drie afdelingen en de plaatsing/type van ramen, valkleppen en deuren. Als we daarover uit zijn, gaan we zelf de wanden prefab maken. Daarna moeten we een ei leggen over de kapconstructie. Doen we een lessenaarsdak of een puntdak? Met een steil dakvlak aan de voorzijde, aan de achterzijde, of een nok boven het midden van de diepte?
Isolatie en dichte dakvlakken
We hebben in ieder geval al besloten dat we de wanden gaan isoleren en dat tussen de panlatten/dakpannen en de spanten er een dikke houtplaat of een dupanelplaat komt (had het oude hok allemaal niet). Je hoorde vroeger vaak dat de pannen slecht moesten aansluiten omdat dit goed zou ventileren. De realiteit is ons inziens vaak dat deze kieren (en vaak ook een open nok) bij sommige weertypen als luchtinlaat fungeert. Zodoende 'valt' er koude lucht naar beneden. Ook dat hebben we bij ons oude hok gezien met rookproeven. In moderne stallen voor kippen, varkens en koeien worden eigenlijk alleen nog maar geïsoleerde daken gebouwd, ook al is de nok wel open, zoals bij natuurlijke geventileerde melkveestallen.
Ventilatie
Qua ventilatie hebben we ervaren dat de situatie op het huidige hokadres moeilijk is. Het hok staat tussen twee huizenrijen, beide N-Z georiënteerd. Daardoor is er nauwelijks trek. En als er wel voldoende wind staat is dat meestal een gure noordenwind. De vraag is hoe de ventilatie dan goed te krijgen is. We willen liever niet met mechanische ventilatie aan de slag (alhoewel dat prima werken kan). Ons idee is op dit moment om niet voor 1 ventilatieprincipe te kiezen, maar meerdere ventilatieprincipes in het hok aan te brengen, zodat we kunnen schakelen tussen: ventilatie (afvoer) via de nok (schoorsteenwerking dus), ventilatie via een open raam met inzetramen van spijlen of windbreekgaas ('open doos systeem') en roosters in de voorgevel. Alle drie deze elementen moeten instelbaar zijn, bijvoorbeeld via schuiven. We kunnen dan in 2016 gaan spelen met deze drie elementen om tot een aangenaam hokklimaat te komen.
Open doos systeem
We vermoeden dat het 'open doos systeem' in onze situatie het beste is. Bij dit systeem heb je een raam in de voorgevel dat dient als luchtinlaat en luchtuitlaat. Het is dus gewoon een oppervlak in een gevel waar luchtuitwisseling plaats vindt. In alle andere gevels, en in het dak, gebeurt dat niet. Het hok lijkt dus een beetje op een doos met de bovenzijde open die op zijn zijde ligt. Elke keer als er een duif een vleugelbeweging maakt ontstaat er werveling in het hok, zodat nabij het raam opmenging plaatsvindt van de lucht in het hok en de frisse lucht daarbuiten. Maar ook als de duiven stil zitten, zoals 's nachts, vindt er wel uitwisseling plaats door het simpele proces van diffusie: de luchtmassa in het hok en die daarbuiten blijven nabij het open raam nou eenmaal niet netjes gescheiden, zelfs al staat er nauwelijks wind en bewegen de duiven weinig. In onze situatie hopelijk (vermoedelijk) een goed systeem.
Hoeveel ventileren?
Als vingeroefening hebben we onlangs zitten rekenen aan hoeveel zuurstof een duif consumeert, hoeveel koolstofdioxide een duif produceert (uitademt), en welk volume aan lucht je dan per duif en per tijdseenheid zou moeten ventileren om het hokklimaat goed te houden. Goed wil hier zeggen dat de concentratie koolstofdioxide onder de 0,08% oftewel 800 ppm [parts per million] blijft en dat de zuurstofconcentratie van normaliter 21% met maximaal een halve procentpunt mag dalen. Hoeveel lucht je daarvoor moet ventileren blijkt heel, heel weinig te zijn. In de orde van grootte van 0,25 tot 0,50 m3 per uur per duif. Ook Dick Duindam van Duindam Klimaatadvies vertelde ons dat al een jaar of twee geleden. Installeer je dus een eenvoudig wc-ventilatortje die 100 m3/uur 'uitzuigt' in een afdeling met 30 jonge duiven, dan ventileer je al veel te veel. Dat was voor ons weer een nieuw inzicht.
Tot zover deze lange blog dit keer...
Laat jouw ervaringen weten rondom hokkenbouw
Heb je zelf hele slechte ervaringen met bepaalde keuzes die je maakte bij de bouw of ventilatie van je hok? Of heb je juist gouden tips? Laat het ons weten via e-mail, facebook, whatsapp, sms, postduif of onze contact pagina... Doen! Bij voorbaat dank!